Nieuwsbericht

Mag het licht uit?

Subsidies en regels moeten bedrijven er toe aanzetten ledverlichting te gebruiken. Volgens experts is dat niet voldoende. Want waarom zijn die lichten eigenlijk 24 uur per dag aan?

Profielfoto van Geertje Hazenberg
24 januari 2022 | 5 minuten lezen

Reportage Milieu, Trouw vrijdag 21 januari 2022

Deze vrouw vraagt: mag het licht uit?

Ellen artikel licht uit
Ellen de Vries, voorzitter van het Kenniscentrum voor Licht (NSVV) op het dak van het parkeergarage van Eindhoven Airport.Beeld Merlin Daleman

Lisanne van Sadelhoff21 januari 2022, 01:00

Het plafondloze bovendek van de parkeergarage bij Eindhoven Airport is leeg en verlaten. Toch moet Ellen de Vries er haar aandacht verdelen. In de verte: grote lichtbollen op hoge masten. Rechts: lichtborden die haar de weg naar het Transferium wijzen. Daartegenover: een hotel dat met zijn verlichte logo laat zien: hier ben ik. En aan de halfhoge muren rondom het bovendek prijken tientallen verticaal lampjes. “Die waren ook al aan toen we hier niet stonden”, zegt De Vries. “Waarom niet uit als er niemand is?”

De Vries is lichtontwerper en voorzitter van de Expertgroep Lichthinder van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV). Terwijl de wereld steeds lichter wordt, probeert De Vries die juist donkerder te krijgen. Wie een rondje snelweg doet, kan er niet omheen. Reclamezuilen met bewegende letters en fluorescerende kleuren, autodealers die hun nieuwe Volvo’s in de spotlights zetten en bedrijfslogo’s die 24/7 zichtbaar zijn.

Meer dan 90 procent van de Europeanen leeft onder een hemel die door licht is vervuild

Ruim 71 procent van de Nederlandse bedrijven laat binnen- en buitenverlichting ’s nachts branden, concludeerden de Natuur en Milieufederaties vorig jaar na onderzoek. In 2019 werd een motie ingediend door de Tweede Kamerleden Tom van der Lee (GroenLinks) en Agnes Mulder (CDA) om vanaf juli 2020 bedrijven te verplichten ledverlichting te gebruiken, ‘constaterende dat de verplichting van ledverlichting in de dienstensector 0,9 megaton CO2-winst kan opleveren’. Die motie is verwerkt – zo laat het ministerie van economische zaken en klimaat weten – in bestaande wetten, waarin bedrijven en instellingen zijn verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen die zich binnen vijf jaar terugverdienen. Het gebruik van ledverlichting is één van die mogelijke maatregelen.

De Vries erkent dat ledlampen duurzamer kunnen zijn, maar vreest voor het zogenoemde reboundeffect. “Bedrijven die wéten dat hun verlichting energiebesparend is, kunnen heel snel denken: dan kan ik ook meer licht aan laten, en langer.” We moeten zorgvuldiger met licht omgaan, vindt ze. Ondertussen leeft meer meer dan 90 procent van de Europeanen onder een hemel die door licht is vervuild. In Nederland wordt meer licht uitgestoten dan in buurlanden Frankrijk en Duitsland. De afgelopen eeuw is Nederland zo’n 125 keer lichter geworden.

verlicht terrein
Een verlicht terrein langs de A2 aan de noordkant van Eindhoven, van GM de Rooy & zn.Beeld Merlin Daleman

Kamiel Spoelstra doet onderzoek aan het Nederlands Instituut voor Ecologie (Nioo-KNAW) naar het effect daarvan op flora en fauna in Nederland. “Heel bot gezegd: licht is schadelijk zodra het onnatuurlijk is. Dat geldt voor bijna alle dieren.” Niet zelden ziet Spoelstra ’s ochtends nachtvlinders, eendagsvliegen, haften, muggen en andere insecten uitgeput op de grond dwarrelen, omdat ze de hele nacht alleen maar onder de lantaarn hebben gefladderd, sterk aangetrokken door het schijnsel. “Normaal planten ze zich overdag voort, maar daar hebben ze geen energie meer voor.” Cijfers laten zien dat de populatie van nachtinsecten wereldwijd de afgelopen decennia flink achteruit is gegaan. “Dat geeft te denken.”

Bosmuizen worden door het licht eerder gezien door uilen

Voor nachtzwaluwen en vleermuizen zijn al die insecten in het lichtschijnsel een meergangenmenu, maar dat geldt vooral voor de dwergvleermuis, die er in overvloed is in Nederland. Die kan snel vliegen en snoept de insecten weg van de langzamere, zeldzamere soorten. Bosmuizen worden door het licht eerder gezien door uilen. Vogels die ’s nachts trekken raken vooral boven zee gedesoriënteerd: ze blijven uren rond boorplatforms vliegen en vallen uitgeput in zee. Onderzoek waarbij koolmeesjes zendertjes om kregen wees uit dat die in de buurt van een kunstlichtbron, rustelozer sliepen dan hun soortgenoten die de nacht in de duisternis doorbrachten.

parkeergarage eindoven airport
Beeld Merlin Daleman

Dat geldt ook voor mensen. “Je eigen biologische klok wordt sterk verstoord door het licht dat je thuis aan hebt, ’s avonds, maar ook als je ’s nachts op de weg zit”, legt Spoelstra uit. “Je eigen slaaphormoon verdwijnt nagenoeg meteen zodra je ogen licht zien.” Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu uit 2013 blijkt dat toen 5 procent van de Nederlandse bevolking ernstige lichthinder ondervond door licht van buitenaf. 3 procent sliep slechter door licht.

“We moeten licht beter sturen", stelt De Vries. Ze is in de auto gestapt (“Ik ga je nog wat laten zien”) en staat nu bij een eveneens verlaten industrieterrein, een kwartiertje rijden vanaf Eindhoven Airport. Hoewel wijzen overbodig is, steekt De Vries haar vinger uit naar een klein hoekpand van een autodealer. Op alle hoeken zit op twee meter hoogte een lichtbron die je ogen tot knijpen dwingt. “Licht is prima”, zegt De Vries. “Ik snap dat deze autodealer zijn bedrijf tegen inbraak wil beschermen. Maar de manier waarop het hier wordt gebruikt is zó typisch. Het vliegt allemaal omhoog, recht de lucht in, het hangt te laag, is verblindend voor mensen, en het schijnt niet daar waar het nodig is: rondom het gebouw.”

Ook de hoogte van de lichtmast kan veel doen

“Je kunt ledlicht heel goed sturen”, zegt Elke den Ouden. Ze doet onderzoek naar smart lighting aan de TU in Eindhoven. Een van de makkelijkste oplossingen is het gebruik van armaturen die het licht de juiste kant op leiden. In led-armaturen zitten meerdere ledjes, met lenzen ervoor. Elk ledje is te dimmen, waardoor heel nauwkeurig kan worden bepaald hoeveel licht welke kant op gaat. Ook de hoogte van de lichtmast kan veel doen, evenals spiegels in de armaturen. Den Ouden: “Als je licht goed stuurt heb je ook minder licht nodig.” Het nadeel van led is dat het juist verblindend fel kan zijn als je het níét stuurt. Ook kleurgebruik is belangrijk: hoe koeler de kleur, hoe schadelijker. “We weten bijvoorbeeld dat rode lichten de activiteiten van vleermuizen minder verstoren”, zegt Spoelstra.

Er is een aantal gemeentes waar openbare verlichting wordt gedimd na een bepaald tijdstip, of waar lichten uitgaan en weer aanspringen zodra iemand passeert – zoals in Frankrijk al heel gebruikelijk is. “Het probleem is hier alleen: geen enkele bedrijfseigenaar of ondernemer gaat hiermee beginnen”, zegt Den Ouden. “Niemand wil de eerste zijn – met grote kans dat alleen jouw zaak niet is verlicht.”

Daarnaast is de verantwoordelijkheid voor lichtgebruik in openbare ruimtes, versnipperd. Gemeentes zijn verantwoordelijkheid voor de verlichting binnen de dorps- of stadskern, de provincie voor de verlichting op en rondom de provinciale wegen, waterschappen voor verlichting op bijvoorbeeld dijken en rondom sluizen, Rijkswaterstaat voor de verkeersverlichting op de snelweg – de gemeenten zijn weer verantwoordelijk voor de reclameborden langs die snelweg.

Er kan op z’n minst een boel gedimd worden

Sinds 2019 is er wel een handreiking voor gemeenten voor reclame langs de auto(snel)weg, maar daarin staat niets over het dimmen of uitzetten van reclame-uitingen na een bepaald tijdstip. Wel dat beeldwisselingen niet ‘tot rijtaakafleidende handelingen mogen oproepen’, dat het in één oogopslag duidelijk moet zijn ‘wat het object voorstelt’ en het moet ‘in redelijke mate passen binnen hetgeen weggebruikers rond een weg verwachten’. Daarnaast treedt in januari volgend jaar de Label-C-verplichting voor kantoren in werking. Om dat label te krijgen, kan verlichting worden vervangen door led-verlichting.

Niet voldoende, niet strikt genoeg, niet sturend genoeg, vindt de NSVV. De stichting loopt volgens De Vries ‘al jarenlang te leuren’ met richtlijnen, vertaald uit de uitgangspunten van de International Commission on Illumination , in de hoop dat die ooit in wetten worden gegoten. Den Ouden stelt dat er meer aan ‘centrummanagement’ moet worden gedaan. Dat gemeentes een lichtregisseur inhuren die op elke plek kijkt: wat is hier nodig en gewenst? Wanneer kan het uit? “Er kan op z’n minst een boel gedimd worden.”

Het licht dat niet voor verkeersveiligheid of sociale veiligheid dient, helemaal uit zetten, is in elk geval geen optie, vinden alle drie de experts. “Zelfs reclameborden hebben we nodig om ons te kunnen oriënteren, ons veilig te voelen, om een plek in de donker te te vinden”, zegt De Vries. Spoelstra: “We zijn veel te veel aan licht gehecht geraakt, we kunnen niet meer zonder. Maar het wordt wel tijd dat we er beter mee omgaan.”